Vrij pedaal
Vrij pedaal
Een vrij pedaal in 33 jaar.1. De voorbereidingen2. Ondertussen 3. De laatse fase 4. De overweging bij de uitvoering 5. De uitvoering 1. Voorbereiding Op 18 december 1988 komt er een brief binnen bij het College van Kerkvoogden opgesteld door twee toenmalige organisten. Het begint met een beschrijving van het instrument. Het vervolgt met een opsomming van tekortkomingen waarvoor het orgel dan ook gerestaureerd zou moeten worden. Om de gebruiksmogelijkheden te vergroten verzoeken zij de kerkvoogden om het, aan het onderste klavier, aangehangen pedaal, los te koppelen en twee koppelingen te maken aan de beide klavieren. Dit mits de financiën dit zouden toelaten. Tevens zagen zij graag een Bourdon 16' op dit pedaal verschijnen, te maken via een transmissie van de pijpen van het gelijknamige manuaalregister. Verder de aanvulling van de drie sterke mixtuur bascant met een discant en een Woudfluit 2' op het bovenste klavier. Hierna wordt dr. Hans van Nieuwkoop als adviseur benoemd en die komt met een repliek gedateerd 21 oktober 1991. Gelardeerd met een ruime motivatie komt hij tot de conclusie dat het Limmense Flaes orgel tot één van de weinige gave instrumenten behoren die de tand des tijds hebben doorstaan en dat het bestaande Flaes-concept in alle opzichten gerespecteerd diende te worden. Waarvan acte! Het antwoord laat niet weer drie jaar op zich wachten want op 1 februari 1992 komt een reactie op de brief van Hans van Nieuwkoop waarin akkoord gegaan werd met het Flaes-concept zonder uitbreiding. Wel zagen zij graag, indien mogelijk, de toonhoogte verlaagd van ca. 450 naar 440 Hz vanwege het samenspel met andere instrumenten. Al snel wordt er doorgeschakeld naar de noodzaak van een zelfstandige 16 voets stem op het pedaal, dat dan ook los koppelbaar moet zijn van het onderste klavier. De gangbare manier van registreren op 16 voets basis met de melodie geoctaveerd wordt als te fors ervaren. Ook werd de koppeling naar het bovenste klavier nog aanbevolen, geringe aanpassingen van het Flaes-concept werden aanvaardbaar geacht. Tevens werden een tweetal orgels genoemd waar dit al gerealiseerd was (St. Maartensdijk en Goes) Op 17 juni 1992 komt er een offerte van Flentrop Orgelbouw B.V. binnen waarin naast de restauratie van het instrument en een nieuwe ventilator met dempkist ook een omschrijving staat van de realisatie van een vrij pedaal. De uitvoering zou zijn: een Subbas 16' en een Open fluit 8' beide van hout in een kas, te maken tussen de achterwand van de kerk en de toren. In die wand komen dan een aantal deuren voor de toegang. Tevens wordt er alvast een walsraam voor de tractuur en het beweegbaar maken van het bestaande pedaalkoppelwalsbord voorgesteld voor het maken van een pedaalkoppel aan het Hoofdmanuaal. Vanwege fouten bij de subsidieaanvraag door de gemeente Limmen loopt de financiering van de, inmiddels aangevangen, restauratie gevaar. Hiervoor is de stichting 'Vrienden van het Flaes orgel' in het leven geroepen met de voornaamste taak: fondsenwerving voor de restauratie. De gelijktijdige bouw van het vrij pedaal is dan niet mogelijk. In een brief gedateerd 17 november stelt Flentrop orgelbouw in de persoon van Cees van Oostenbrugge voor enige werkzaamheden uit te voeren als voorbereiding zodat bij de daadwerkelijke uitvoer niet meer ingewikkelde ingrepen in het orgel hoeven te worden gedaan. De kosten zijn 8.900 gulden, exclusief B.T.W. Dit hield in: het plaatsen van een walsraam voor het pedaal onder de speeltafel, het plaatsen van een knop met de functie 'pedaalkoppeling' en het hiermee beweegbaar maken van het bestaande pedaalkoppelwalsbord en het voorbereiden van de aansluiting van het windkanaal. Deze werkzaamheden zijn tijdens de restauratie uitgevoerd. In een brief gedateerd 30 januari 1995 waarin de Rijksdienst voor de Monumentenzorg uiteindelijk toch 80% van de kosten van de restauratie als subsidie wil bijdragen ziet de financiering er plotsklaps weer wat florisanter uit. De stichting kan zich vanaf dat moment richten op de realisatie van het vrij pedaal. De brief eindigd met de volgende zin: Met betrekking tot de vaststelling van de subsidiabele restauratiekosten merk ik overigens op dat het aanbrengen van een vrij pedaal van twee registers kan worden toegestaan; de kosten ervan zijn echter principieel niet subsidiabel. Maar dat spreekt, het is immers nieuwbouw, voor zich. 2. Ondertussen 7 September 2005 komt er een offerte van Flentop orgelbouw binnen, blijkbaar is er een aanvraag hiervoor gedaan. Op 2 mei 2008 is er een overleg geweest met het bestuur van de stichting vrienden van het Flaes orgel en de vroegere adviseur, dr. Hans van Nieuwkoop en zijn vrouw die voor hem communiseerde vanwege ontstaan ongemak in de afgelopen jaren. Hij deelt mede dat hij het adviseurschap niet meer op zich kan nemen. Omdat er maar geen voortgang komt in het traject besluit de genoemde stichting zich per eind 2012 op te heffen. In de kerkenraadsvergadering van 12 februari wordt besloten om voorlopig het vrij pedaal niet te installeren. Het batig saldo van de stichting wordt aan de kerkrentmeesters overgemaakt met het oormerk: "het instandhouden van het Flaes orgel". 3. De laatste fase In de kerkenraadsvergadering van 11 december 2018 komen de zorgen over de invulling van het krimpend organistenbestand naar voren. Sybren Boukes wil zich wel als vaste organist voor de gemeente inzetten, als dat geplande vrij pedaal er nog maar eens komt. Samen met een kerkvoogd (Jan Korving) neemt hij zitting in een kleine commissie om dit voor te bereiden. Via drie brieven worden drie orgelbouwers uitgenodigd om een vrijblijvende offerte uit te brengen voor de pedaaluitbreiding. Na enige communicatie heen en weer deelt de commissie aan de Gebroeders Van Vulpen mee dat de kerkenraad akkoord is gegaan met hun voorstel en dat na toestemming van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), zoals monumentenzorg tegenwoordig heet, begonnen kan worden met de bouw. Deze instelling heeft voor dit advies bouwtekeningen nodig, dus die kunnen alvast gemaakt worden, ook worden de mensuren (maten) van het Flaes orgel opgemeten, deze zijn nodig om een goede klank, passend bij het Flaes orgel te maken. Op 17 januari komen de schetsmatige tekeningen binnen die laten zien hoe de pedaalkas (geel) op 2,5 meter hoogte achter het orgel (donkergroen) en voor de steunberen (oranje) van de inpandige toren wordt geplaatst. Voor de linker steunbeer is het windkanaal (lichtgroen) zichtbaar, voor de rechter steunbeer de register- en toetstractuur (zwart). Op basis van deze tekeningen verleent de RCE, in de persoon van Wim Diepenhorst, op 27 mei 2020 toestemming om de werkzaamheden uit te voeren. Resteert nog de toestemming van de erfgoedcommissie van de gemeente Alkmaar, welke deze werkzaamheden voor de gemeente Castricum uitvoert. Die toestemming komt op 23 juni 2020. Na de vakantie wordt er gesproken over de praktische uitvoering. Zo is er de wens om in plaats van twee opstapjes, één afdekking te maken voor het windkanaal en de traktuur. Deze bevindt zich tussen de achterwand van het orgel en de achterwand, waarachter dan weer de pedaalkas staat. Tevens gaat Van Vulpen een vloer maken op 2,5 meter hoogte tussen de nieuw te maken pedaalkas, de toren van de kerk en de beide steunberen. Om daar op te kunnen klimmen voorzien zij die vloer van een vlizotrap en de zo ontstane kast van een bergstelling. Het contract wordt getekend op donderdag 5 november 2020. Een memorabel moment. Dan breekt er een periode van wachten aan, maar op 12 juli arriveren de orgelbouwers Marijn Slappendel en Ferry Opdenkamp en begint de opbouw van het pedaal. 16 December 2021 zijn de afrondende werkzaamheden met de plaatsing van de registertrekkers en de registerplaatjes. 4. Overwegingen bij de uitvoering De basis waarvanuit is gewerkt, is het advies van dr. Hans van Nieuwkoop tijdens de restauratie in 1995: plaatsing van een vrij pedaal met daarop de registers: Subbas 16 voet en Open fluit 8 voet. De eenheid voet geeft de lengte van de langste pijp en dat is die van de toon C groot, waarbij een voet 30,5 cm bedraagt (= 12 inch van elk 2,54 mm). Omdat de koster zijn bergkast niet kwijt wilde is besloten om het pedaalwerk op een hoogte van 250 cm te plaatsen zodat daaronder nog een bergruimte overbleef. Het gat in de achterwand waardoor de pijpen de kerkruimte in spreken wordt, vanuit de kerkruimte gezien, afgedekt door het Flaes orgel. Omdat de pijpen nu eenvoudig om, en over, het orgel heen klinken kan het geheel zachter en ontspannener geintoneerd worden, aldus de orgelbouwer. De vloer tussen het orgel en de achterwand, de vloer achter de windlade en de pedaalkas worden in blank grenen gemaakt. De eerstgenoemde vloer is overigens in analogie met de vloer van het orgelbalkon later muisgrijs geschilderd. De registertrekker van de pedaalkoppel is in 1995 aan de linkerzijde van het bovenklavier in de orgelkas gemaakt. De nieuwe registers komen aan de rechterzijde op dezelfde hoogte als de trekker links. In eerste aanleg was het ook de bedoeling om de aan/uit schakelaar van het orgel om esthetische redenen naar de linkerzijde van de speeltafel te verhuizen. Later is besloten om deze te laten zitten waar die zit. Als deze namelijk onder de koppeltrekker zou worden geplaatst zou de onderste trekker aan de rechterzijde slecht bereikbaar zijn door de bak van het onderste klavier. Zou de schakelaar daarentegen boven de koppeltrekker worden gemaakt dan zou een eventuele sleutelbos over die trekker heen hangen, niet erg praktisch. Ook zou er dan een extra gat in historisch materiaal moeten worden gemaakt met als gevolg: restauratiewerk voor het dichtmaken van de huidige plek van de schakelaar. Een ander discussiepunt is de uitvoering van het acht-voets register. Gemaakt van (orgel) metaal of van (eiken)hout. orgelmetaal is een legering van lood en tin. Aloude pijpen zijn van lood gemaakt, die in grotere maten door hun eigen gewicht in elkaar zullen zakken. Versteviging gebeurt door toevoeging van tin, dat overigens duurder is dan lood, dus word zo weinig mogelijk tin gebruikt (ca. 20%). Uiteindelijk is gekozen is voor houten pijpen. Daarna de vraag of dit pijpen van (engere) prestant mensuur of (wijdere) fluit mensuur moesten zijn. Flaes heeft namelijk nooit een fluit als tweede pedaalregister toegepast, altijd een Octaaf 8'. Dit is hetzelfde register als een Prestant 8' maar dan niet in het front (latijn: prestare = vooraanstaan) maar binnenin het orgel. Nu heeft Flaes bij een orgel van deze grootte nooit een vrij pedaal geplaats dus wat hij gedaan zou hebben zullen wij nooit weten. Wel dat als het pedaal meer volume moet geven deze aan het hoofdmanuaal gekoppeld moet worden en het eerste register dat dan klinkt is een Prestant 8', dus de klank van een Octaaf 8' voegt dan ook niets extra toe. Vandaar het antwoord aan de bouwer: "hoe je het noemt maakt niets uit, als het maar klinkt als een Open fluit 8 voet". Het is dus een Octaaf 8' geworden maar zacht geïntoneerd zodat het karakter van een Open fluit is gerealiseerd. 5. De uitvoering In juli 2021 zijn de orgelbouwers Van Vulpen uit Utrecht begonnen met de opbouw van het vrij pedaal. Voor de eenvoud krijgt u een overzicht van de bediening tot de pijpen. Dit is niet de volgorde van de bouw geweest. Aan de rechterzijde van de lessenaar zijn twee vierkante gaten in de orgelkast gemaakt, voor elk toegevoegd pedaalregister één. De registertrekkers zijn van eikenhout gemaakt met daarop twee gedraaide ebbenhouten knoppen ingelegd met een benen knopje. Dit in analogie met de bestaande Flaes trekkers. De registerplaatjes zijn van hout gemaakt met het opschrift in hetzelfde lettertype dat Flaes ook gebruikte. Beide plaatjes zijn vastgezet met koperen schroefjes. Binnen in het orgel zijn de twee registertrekkers verbonden met twee zwartgelakte metalen wellen. dat zijn de verticale buizen rechts voor gezien vanuit de achterzijde van de orgelkas. Links in het midden de rechthoekige zijkant van de speeltafel met daarvoor de typische "Flaes kapstok", het plankje met de haken voor de diverse sleutels behorend bij het orgel. Onderin ziet u de horizontale "stokken" van het zogenaamde wellenraam dat Flentrop tijdens de restauratie heeft aangebracht. Hieraan zijn, op de foto, verticale latjes (abstracten) aangebracht die zorgen voor de overdracht van de beweging van de pedaaltoetsen naar de ventielen verderop in de windlade. Deze abstracten gaan door een in de achterwand van het orgel gemaakte sparing, over de vloer van de orgelballustrade, door een gemaakt gat in de (groene) wand achter het orgel naar de ruimte daarachter. Zie hiervoor de foto rechts. Voor de doorvoer van de abstracten is in de achterregel van de orgelkas een brievenbusvormige uitsparing gemaakt met aan de rechterzijde een iets groter gat voor de bediening van de registers via de hierboven genoemde wellen. Als alles gemonteerd is lopen de abstracten van links naar rechts onder de vlonder door die vanwege de hoogte, circa 25 centimeter, in twee stappen is gemaakt. Het windkanaal heeft slechts een hoogte nodig van 10 centimeter. Daarom is voor het grootste gedeelte van de vlonder die hoogte aangehouden. Voor de bediening van de trapinstallatie was dit ook een vereiste omdat die in ingetrapte stand die hoogte bereikt. Zo u kunt zien is het hout in ongelakt door de orgelbouwer geleverd. Vanwege de uniformiteit is besloten deze net als de balkonvloer in muisgrijze kleur te schilderen. Op de foto links ziet u de doorvoer van het windkanaal door de onderregel van de orgelkas. Bij de restauratie van 1995 was er al een opening onder in de balg en de achterregel gemaakt. Van die laatste hoefde zo u kunt zien maar een gedeelte gebruikt te worden. In de kast achter de groene wand, tussen de toren en de steunberen er van, is op circa 250 cm hoogte een vloer gemaakt met daarin een vlizotrap (witte plaat in de foto rechts). Omdat de aanwezige lamp verplaatst moest worden (zie de foto hieronder) is verlichting gemaakt zowel onder als boven de nieuwe vloer. Via de vlizotrap is de pedaalkas met daarin het nieuwe pijpwerk bereikbaar. Na het maken van de foto is de vloer geheel dichtgetimmerd en zijn de muren afgewerkt met een regelwerk en gipsplaten. Op de foto hierboven ziet u boven de windlade, tijdelijk afgedekt met een verhuisdeken, hierop komen later de pijpen te staan. Helemaal links komen de verticale abstracten te lopen die, na omzetting via een winkelhaak aanhechten op de kleine stokjes links in het midden. Het driehoekig object is het wellenbord die zorgt dat de trekkende beweging van de abstracten links, omgezet wordt in een trekkende beweging recht onder het ventiel. Deze zitten in achter de eiken planken (voorslagen) die vastgezet zijn met de koperen vertikale strippen op de achterzijde van de windlade. Aan de onderzijde van de lade zijn, moeilijk zichtbaar de witte oogjes die aan de ventielen hangen. Links zijn de verticale abstracten gemonteerd, met tevens zichtbaar de zwarte wellen die de registerslepen gaan bedienen, eenzelfde beweging als de twee wellen die in het orgel zijn gemonteerd, maar deze zorgen voor een torderende beweging naar boven. Rechts zijn de abstracten gemonteerd. Aan de de onderzijde aan de welarmpjes, aan de bovenzijde aan de witte ringetjes die aan de ventielen hangen. Aan de rechterzijde komt het windkanaal door de groene wand. De bodem van de kast is van isolatiemateriaal voorzien. Dit voorkomt de koude trek vanuit de hal van de kerk naar boven en isoleerd meteen het geluid dat het pedaal gaat produceren. In de voorhal van de kerk zou dan het pedaal duidelijk te horen zijn, terwijl het orgel zelf nog verre is. Het windkanaal is van eikenhout gemaakt. In de hoeken is het kanaal luchtdicht gemaakt met schapenleer. Het kanaal transporteert de benodigde lucht vanuit de balg van het orgel naar de windkast, waar zich de ventielen bevinden. De inhoud van het kanaal moet groot genoeg zijn om de benodigde lucht te leveren voor meerdere pijpen tegelijkertijd. Deze pijpen bevinden zich in twee rijen naast elkaar in de grenen kas die tegen de groene wand is bevestigd. Deze kas zorgt er voor dat vuil uit de toren niet in de pijpen kan komen en tevens dat de kou uit de toren het pijpwerk niet ontstemt. Dit werk is zo klimatologisch bij de kerkruimte getrokken. Links achteraan, vanuit de kerkruimte vooraan, staan de kleinste pijpen van de Subbas 16' Zij zijn op een verhoogde stok (voet) geplaatst zodat de pijpen er achter, vanuit deze positie gezien: ervoor, er onderdoor uit kunnen spreken richting kerkruimte. Om de pijpen te kunnen stemmen is de Subbas voorzien van stoppen met daaraan een stok om deze omhoog of omlaag te kunnen bewegen. De Octaaf 8' is op lengte gemaakt en voorzien van stemrollen, zie rechter foto. Rest nog de voorziening om het geluid de kerkruimte in te krijgen. Daarvoor is in de groene wand op een kleine 3 meter hoogte een sparing gemaakt van 240 cm breed en 55 cm hoog, zie de foto hieronder. De wand is dubbelwandig dus moest de spouw opgevuld worden. een complicatie bleek de constructie te zijn, die enige stevigheid verloor. Hierdoor zakte de bovendorpel door en bleek het nodig te zijn een extra steun in het midden te plaatsen. Rest de uitdaging hoe dit visueel af te werken. De eerste gedachte was om het gat af te werken met kaasdoek dat in kleur zou moeten worden gespoten of geverfd. Uiteindelijk is besloten om de rand af te werken met houten panelen en hoekprofielen geverfd in de kleur van het orgel. Voor de hoeken zijn snijstukken op schaal (3:4) nagemaakt naar het snijwerk dat zich in de hoeken van beide zijtorens van het orgel bevinden. Het geheel vormt als het ware een liggende zijtoren. De steunbalk wordt gecamoufleerd met een snijwerk dat een schaalkopie (9:10) is van het snijwerk dat zich in het midden van de tussenvelden in het front van het Flaes orgel bevindt. De zijkanten zijn geverfd in de kleur van het orgel, het snijwerk is bekleed met 23,75 karaat bladgoud. Dit is het originele snijwerk van het rechter tussenveld van het Flaes orgel. Dit is de tekening van het originele snijwerk, gespiegeld om de verticale as en 545 mm ipv 590 mm breed. Dit papier is op tulpenboomhout (magnolia) geplakt en vervolgens uitgezaagd en gefreesd, althans dat werk is halverwege. Vervolgens is het snijwerk geverfd in de kleur van het orgel en in de primer voor het bladgoud gezet. Dit heeft alvast de gelige kleur omdat het goud zo vreselijk dun is dat eventuele verkleuringen er doorheen te zien zullen zijn. Tevens dient de primer voor het hechten van het goud. Hier is het goud er op de bovenste helft aangebracht. En zie hier: alles gemonteerd en wel. De Subbas 16' pijpen op de verhoogde stok zijn ook goed zichtbaar. | ||
terug | ||
Rond de Waterput
25-11-2024
om
19.30 uur
meer details
Kom erbij! Samen eten!
27-11-2024
om
17.30 uur
meer details
Koffieochtend
18-12-2024
om
10.30 uur
meer details